Tegen de verwachting, de Sperwer - een bosjager van oorsprong - spot ik maar zelden in het bos. In tegenstelling tot de Buizerd, Boom- en Torenvalk. Voor de Sperwer, inmiddels óók jager op kleine vogels die voedertafels in tuinen bezoeken, hoef ik het bos dan ook niet meer in. Met enige regelmaat bezoekt de Sperwer in scheervlucht mijn tuin. En dan is alles in rep en roer. Een enkele keer maakt de Sperwer me tijdens zijn bezoek geschrokken getuige van een drieste achtervolging op Mees of Mus. Kat en muis in het luchtruim van mijn tuin.
In voorgaande jaren werd ik tot zeker tweemaal toe ongewild getuige van een onbarmhartig, huiveringwekkend eind van een zangvogel na zo'n drieste aanval. Niet bepaald een huiselijk tafereel kan ik je laten weten. Ik zie de Sperwer dan ook bij voorkeur niet actief in eigen tuin.
Stilzittend, zonder slachtoffer kan de vogel me inmiddels wel bekoren. Al moet ik erbij vermelden dat ik aan hem heb moeten wennen. Als de zon op het verenkleed schijnt is ie echt het bekijken waard. Vooral de mannetjes met hun rossig gestreepte onderzijde vuren dan vorstelijk in dat volle licht. Die iets loensende, bezeten blik, met gele irissen geven de vogel een nogal bloeddorstige uitstraling. Als een geest in een boze droom, ik schrik er altijd weer even van.
Vanochtend tijdens de koffie, zag ik hem vanuit mijn ooghoek weer aanvliegen en landen op de rand van het tuinhuisje. Daar zat de snelle, gespierde specialist in kleine soorten, stil voor zich uit te kijken.
Voor zover ik het kon inschatten, enigszins teleurgesteld over het ontbreken van een mogelijke prooi, Misschien zijn eigen mislukte aanvalsstrategie te overdenken. De kleintjes zagen kans op tijd de wijk te nemen.
Het lukte me door het glas van de pui enkele foto's te maken. Om leed te voorkomen, heb ik de rover daarna serieus aangespoord de tuin te verlaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten