zaterdag 29 maart 2025

Grashommel of Steenhommel ...

Vanmiddag tijdens de wandeling zag ik een paar verschillende soorten hommels langs het pad scharrelen. In elkaars nabijheid. Een van de soorten herkende ik als de Weidehommel. Ik zag ook een soort dat ik niet direct kon thuisbrengen en dacht aan de Steenhommel, maar vond de beharing op het achterlijf daarvoor iets te licht. 

Aan de hand van de helaas minder scherpe foto's die ik nam, heb ik thuis gezocht en kwam uit op de Grashommel. Deze soort staat op de Rode Lijst en is als kwetsbaar opgenomen. Omdat de hommel zich nabij en op de Hondsdraf bevond, sluit ik niet uit dat het daadwerkelijk de in ons land sterk in aantal afgenomen Grashommel betrof. 

Voedsel Grashommel

De belangrijkste voorkeursplanten zijn Gewone smeerwortel en Witte- en Rode klaver. In de lente wordt ook op Hondsdraf en Witte dovenetel gevlogen. In de zomer worden bloemen als Gewone rolklaver, Groot kaasjeskruid, Wondklaver, Ooievaarsbek, Vogelwikke en andere vlinderbloemen en lipbloemen bezocht. Mannetjes bezoeken vaak distels en Witte klaver.





Bron : Bijenstichting 


De Steenhommel (Bombus lapidarius)
De Steenhommel is één van de 29 Nederlandse soorten hommels. Maar liefst 19 van deze soorten staan op de rode lijst en zijn zeldzaam of verdwenen. De Steenhommel komt nog wel algemeen voor. Vooral in rivierengebied en stedelijk gebied. Het verspreidingsgebied in Europa is overal beneden de poolcirkel. Het vrouwtje is eenvoudig te herkennen. Zij is zwart behaard met een roodbruin achterlijfspunt. Mannetjes hebben de extra kenmerken: een geel gezicht en een gele kraag. Het vrouwtje Steenhommel (werkster of kleine koningin) kun je verwarren met een vrouwtje Grashommel. De Grashommel is een zeldzame soort die de afgelopen jaren voornamelijk gezien is in de kustprovincies en Zuid-Limburg. Een andere gelijkende soort is het vrouwtje Rode koekoekshommel (Bombus rupestris) die aangezien kan worden voor een koningin Steenhommel. Zij onderscheidt zich echter van de Steenhommel door de verdonkerde vleugels en grote vierkante kop. De Rode koekoekshommel is een zeldzame soort maar lijkt recent toe te nemen. Het vrouwtje parasiteert de nesten van de Steenhommel. Voor een goede vergelijking kun je de ‘Basisgids hommels’ van EIS (Kenniscentrum insecten en andere ongewervelden) downloaden of bestellen. De foto’s in deze gids zijn close-up zodat de specifieke kenmerken van de verschillende soorten goed te zien zijn. Een erg leuke en behulpzame gids als je hommels wilt leren herkennen. De wetenschappelijke naam Bombus lapidarius verwijst naar de Latijnse woorden lapis dat ‘steen’ betekent en lapidair dat staat voor ‘in steen gehouwen’. De lengte van de koningin is 20-22 millimeter, de werkster 12-16 millimeter en het mannetje 14-16 millimeter.

De Grashommel (Bombus ruderarius)
De Grashommel (Bombus ruderarius) is een van de meest zeldzame hommels. Alleen in Zeeland en Friesland wordt hij op enkele plaatsen in relatief grote aantallen gezien. In 2021 is een onderzoek gedaan door EIS (Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden) naar de voorkeuren van de Grashommel. In dat onderzoek is door middel van stuifmeelanalyse bekeken op welke bloemen de Grashommel zoal vliegt. Ook is de vraag gesteld welk leefgebied voor deze hommel geschikt is. Voor de stuifmeelanalyse werden werksterhommels gevangen waarna het stuifmeel van de achterpoten werd gehaald. De pollen werden vervolgens microscopisch onderzocht. Omdat pollen van verschillende bloemen allemaal verschillende uiterlijke kenmerken hebben, was het mogelijk te achterhalen welke bloemen de werksters hadden bezocht. Er werd vooral stuifmeel van Gewone smeerwortel, Witte-  en Rode klaver gevonden. Deze informatie is van belang omdat bijenlarven vaak een bepaalde verhouding van voedingsstoffen nodig hebben die alleen bij de voorkeursplanten te vinden is.* Tijdens het onderzoek werden de Grashommels vooral in bermen gevonden terwijl in de literatuur open en bloemrijke terreinen als leefgebied genoemd staan. Uit de veldonderzoeken bleek dat in de bermen voorkeursbloemen stonden die daarbuiten ontbraken. Op de meeste kleigronden vind je tegenwoordig monoculturen van Engels raaigras wat de Grashommel verdringt naar bermen, slootranden en dijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten