Ik wandel veel en graag, ook in de wintermaanden. Tegen kou kan ik me me goed kleden en beweging doet de rest. Hoewel ik weet dat de sombere dagen tijdens de wintermaanden geen spannende foto's opleveren, gaat de camera toch altijd mee. Ik hang 'm om, direct na het strikken van de veters van mijn wandelschoenen. Een soort van aangeleerde, onbewuste directe reactie.
Tijdens de wintermaanden wil de zon het nog wel eens winnen van het melancholisch grijs. Vandaag won het grijs het van het licht, overduidelijk. En juist vanmiddag had ik licht goed kunnen gebruiken.
Op de terugweg naar huis, het schemerde al, gebeurde dat wat nog niet eerder gebeurde. Ik spotte een groep Appelvinken in de top van een reuze spar.
De vinken hielden zich meters hoog op, in opvallende, gezamenlijke knusheid. Het had zonder twijfel een familiaire toon. Saamhorig.
Ik fantaseerde een kerstdiner. Zaden uit de kegels werden samen genuttigd. Zonder vetes. Een volledig harmonieus onderons vond plaats. Appelvinken zijn niet echt groepsvogels en houden zich bij voorkeur alleen óf als paartje op. Ik sluit niet uit dat het karakter van de Appelvink (van nature schuchter en introvert) garant staat voor het harmonieuze verloop van deze kerstbijeenkomst.
In ieder geval is zeker dat bij de Appelvink-familie vanmiddag onderwerpen als 'klimaatverandering', 'politiek', 'religie', 'uiterlijk en gewicht' níet aan de orde zullen komen. Al kan dat laatste onderwerp, 'uiterlijk en gewicht', wat mij betreft niet vaak en lang genoeg besproken worden als het gaat om de Appelvink. Ook tijdens het kerstdiner.
De Appelvink, het mag gezegd, is een forse en plompe vogel, met opvallend grote kop en snavel, stevige nek en relatief korte staart. In eerste instantie lijkt het alsof alle onderdelen van de vogel niet helemaal in de juiste verhouding tot elkaar staan. Een misbakseltje, hoor ik je denken. Geenszins!
De schoonheid van de Appelvink overtreft die van vele andere gevleugelde wonderen. En dat zit 'm ondermeer in de fraai gerangschikte bonte kleuren voor het kleed. Bij mannetjes iets gewaagder diep dan bij de vrouwtjes: Roest-oranje, lichtgrijs, bruin, beige, wit, zwart en niet te vergeten het blauw-paars van de uniek gevormde handpennen van de vogel. Die handpennen zijn een kunstwerk op zich, geloof me! Een liefdevol houtsnijwerkje van de hand van een getalenteerde engel. Je kunt er telkens weer verstomd naar kijken. Datzelfde geldt voor de snavel, het handelsmerk van de vogel. Mag ook zeker op de lijst van bezienswaardigheden worden opgenomen. Deze vogel verveelt nooit.
Vandaag gooide het massieve wintergrijs roet in het eten. Geen kleur, wel de vormen.
Niettemin, aan een groep Appelvinken mag nooit voorbijgegaan worden, zonder het aanbieden van een geloofsbrief achteraf. Een wet uit het wetboek voor de vogelaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten