Een Middelste Bonte Specht vliegt de tuin in, klemt zich aan de stam van een plataan en werkt zich uitgekiend omhoog richting de pindasilo. Nu wordt het spannend. De camera ligt net buiten grijpbereik. Ellende.
Gehurkt werk ik me naar de poef. Dat lukt. De kleuren van de specht blijf ik zien vanuit mijn ooghoeken. Voorzichtig breng ik de camera in stelling, voor de vogel niet voorzichtig genoeg. Iedere beweging die ik binnen maak, wordt waargenomen. Ik mag me nog net vergapen aan de vage vanille tinten op de buik, de rode kopkap en kont en weg is de bezoeker. Geen foto, wel de opwinding van het bezoek nog in mijn lijf. Alleen spotten is ook fun, denk ik. Direct verschijnt Marian, een lieve vriendin en engel voor mijn geestesoog. De keren dat zich een Bonte Specht in mijn tuin liet zien ging dat gepaard met een aanwijsbare reden in relatie tot haar. Moet ik haar bellen, nu contacten? Ik laat het even rusten.
Nog geen vijf minuten later, lijkt de vogelwereld iets recht te willen zetten. Iets dat mij de Bonte Specht voorlopig doet vergeten.
Zonder twijfel één van mijn meest favorieten. Het kleine, fijn-gestreepte vogeltje met opgerichte staart en opvallend luide stem, vliegt hoger dan gebruikelijk mijn wereld in. Het Winterkoninkje. God's harlekinade, met dat koddige staartje dat zo eigenwijs omhoog gezet werd. Ik zie het vogeltje maar zelden in mijn tuin. Je moet er oog voor hebben, want het is vaak alleen te spotten op lage, vochtige plekken in dichte beschutting in bossen en struikgewas. Nerveus en snel bewegend. Op zoek naar insecten, larven en spinnen.
Zijn naam doet anders vermoeden, maar het Winterkoninkje is niet bestand tegen strenge winters. In die winters overleven vele koninkjes het niet. Om die reden heb ik ruim twee jaar geleden speciaal voor de Winterkoning een nestkastje opgehangen in de Hedera-haag. Als schuil- en overwinteringsplaats. Broeden doen ze er zelden in. Bij mijn weten is daar tot op heden nooit gebruik van gemaakt, ook niet door de mezen, omdat de invlieg-opening echt te klein is voor de mezen. In het bijzonder voor de mezen in mijn tuin, die inmiddels een nieuwe vogelsoort vormen, door hun kingsize. Dit als gevolg van een jarenlang aangeboden weldadige voedertafel. De Winterkoning zul je niet aantreffen op die tafel. Die oogt nog altijd rank en slank.
Dat wat bij de Middelste Bonte Specht zojuist niet lukte, lukt wel bij het Winterkoninkje. Tot mijn grote verbazing vliegt hij richting het mussenhotel dat al sinds jaar en dag hangt. Hij inspecteert twee kamers van het gebouw. Ik geniet van wat ik uitvergroot mag zien. Een klein, ietwat gedrongen zandbruinig vogeltje, met spits snaveltje, fijne pootjes, en een wenkbrauwstreep. Ik verwonder me opnieuw over de tere wildstreepjes op het verenpak. Die moeten met een precisiepenseel zijn opgezet bij het conceptmodel. Wat een beeldschone schepping. Opnieuw is bewezen: God is een kunstenaar.
Mijn dag begint goed, al valt binnenshuis op het moment alles uit elkaar, door constructiefouten en broddelwerk van fabrikanten. Daar wordt aan gewerkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten