'Goedemorgen', zei de vos.
- 'Goedemorgen', zei de kleine prins beleefd. Hij draaide zich om, maar zag niets.
'Hier ben ik, onder de appelboom', zei de stem.
- 'Wie ben je?', vroeg het prinsje. 'Je bent beeldig.'
'Ik ben een vos', zei de vos.
- 'Kom met me spelen', stelde de kleine prins voor, 'ik ben zo verdrietig'.
'Ik kan niet met je spelen', antwoordde de vos. 'Ik ben niet tam.'
- 'O, pardon', zei de kleine prins. 'Wat is dat: 'tam'? Ik zoek vrienden. Maar wat betekent dat tam-maken?'
'Dat is een begrip dat maar al te zeer vergeten is. Het betekent: verbonden.'
- 'Verbonden?'
'Ja, inderdaad', zei de vos. 'Jij bent nu voor mij nog maar een klein jongetje, net als alle andere kleine jongetjes. Ik heb geen behoefte aan jou, evenmin als jij behoefte hebt aan mij. Ik ben voor jou als alle andere vossen. Maar als jij mij tam maakt, dan zullen we elkaar nodig hebben. Dan ben jij voor mij enig op de wereld en ben ik voor jou enig op de wereld. Als je een vriend wilt, maak mij dan tam!'
- 'Wat moet ik doen?', zei de kleine prins.
'Je moet veel geduld hebben', antwoordde de vos. 'Kijk, je gaat eerst een eindje van me af in het gras zitten. Ik bekijk je eens tersluiks en jij zegt niets: woorden geven maar misverstand. Maar je kunt iedere dag een beetje dichterbij komen zitten.'
Zo maakte de kleine prins de vos tam, en het uur van vertrek naderde.
'Vaarwel', zei de vos. 'Kijk, dit is mijn geheim, het is heel eenvoudig: alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar.'
- 'Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar', herhaalde de kleine prins, om het goed te onthouden.
- De kleine prins, Antoine de Saint-Exupéry
Geen opmerkingen:
Een reactie posten