In Mei
Vanmorgen ben ik opgestaan
afwezig, moe en moedeloos
als anders. Buiten voor het raam
bloeide de wilde roos.
hoe alles langs elkander gaat.
Het blijft mij altijd even vreemd.
omdat het leven mij niet raakt,
omdat er telkens weer een pijn
bij 't eigen leven ingelijfd,
een eigen weg stroomt ieders bloed.
En buiten voor het open raam
bloeide de wilde roos.
als anders. Buiten voor het raam
bloeide de wilde roos.
En in de ochtendstille straat
zie 'k hoe het leven zich herneemt,hoe alles langs elkander gaat.
Het blijft mij altijd even vreemd.
Omdat mijn hart naar dingen haakt
die toch niet te bereiken zijn, omdat het leven mij niet raakt,
omdat er telkens weer een pijn
uit elk beminnen overblijft.
Wat ik verlang wordt nooit voorgoed bij 't eigen leven ingelijfd,
een eigen weg stroomt ieders bloed.
Vanmorgen ben ik opgestaan,
afwezig, moe en moedeloos.En buiten voor het open raam
bloeide de wilde roos.
(uit: Vergeefse herfst, 1946)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten