Terugblik en doel
Met verwijzing naar de post "Pre-Productie en Pre-View Lente 2024" (4 maart 2024) breng ik alle Plant-en Vlinderliefhebbers met veel plezier en een beetje triomfaal op de hoogte over voortgang en successen van het Wilde Viooltje. Best een aardige timing, want het vlinderseizoen lijkt nu, slechts een paar uur verwijderd van het inluiden van de maand juli 2024, echt los te gaan.
Bij mijn kweek-activiteiten gaat de aandacht vooral uit naar vlinders, in het bijzonder de Parelmoervlinder. Als je je wilt verwonderen over de schoonheid van deze soort, dan is een bezoek aan deze site aan te bevelen: https://determineren.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/matrixkey/index.php?epi=28 Vele parelmoer-vlindersoorten hebben het Wilde Viooltje als waardplant nodig.
Mijn inzet
Nog steeds is het een absolute zekerheid dat gras niet harder groeit door er aan te trekken. Geduld is een schone zaak bij kweekwerk. Toch zijn er voldoende weken voorbij gegaan waarin ik op momenten het zaad wel uit de aarde kon kijken. Dat zaad dat ik bestelde en per post aangeleverd kreeg. Het wilde maar niet ontkiemen in en rondom huis.
Mijn getuur zal het groeiproces niet hebben vertraagd, noch versneld. Er zijn voldoende momenten geweest, waarop ik me heb afgevraagd of het het zaad van wilde Viooltjes wel comfortabel gaat in gewone potaarde. Zo weet ik inmiddels dat het zeldzame Zinkviooltje voor haar groei en bloei een bodem nodig heeft waarin het element zink rijk aanwezig is. Die grond schijnt alleen in Zuid-Limburg nog voor te komen.
Wie eet wat?
Het wilde Akkerviooltje vind ik in mijn eigen woongebied in de velden terug, al vereist het spotten een nauwkeurig kijken en zoeken. Echte miniatuurtjes, die voor de rupsen van de Kleine Parelmoervlinder broodnodig zijn. De rupsen eten van de bloempjes. Van de rups van de Grote Parelmoervlinder is bekend dat deze onder andere van de Hondsviooltjes leeft. Rupsen van de Zilveren maanvlinder leven weer van Moeras- Honds- en Duinviooltjes. Rupsen van de Keizersmantel vooral van de Maarts- en Bosviooltjes.
Er bestaan in Nederland 12 verschillende soorten “wilde” viooltjes. Allemaal stellen ze eisen aan hun eigen specifieke plek. Ik heb zelf dit jaar vier soorten gekweekt: Het Bleeksporig Viooltje, het Zinkviooltje, het Hondsviooltje en het Moerasviooltje.
De helaas bedreigde en zelfs uitstervende soorten Parelmoervlinders hebben de wilde Viooltjes (die op hun beurt óók afnemen in aantallen) dus hard nodig. Een reden voor de mens de handen uit de mouwen te steken en te helpen bij de voortplanting van de viooltjes: Zaaien en oogsten van zaadjes die vervolgens weer gezaaid kunnen worden in tuin of vrije natuur op de daarvoor geschikte plekken. Bij de verspreiding van de zaadjes mag ook de inzet van de mier niet onderschat en onvermeld blijven. Daarover zo meer.
Hoe werkt het?
Wanneer een viooltje (het bloempje) uitgebloeid is, ontstaat op die plek een zaaddoosje. Het zat al die tijd al achter het groene gedeelte van het bloeiende bloempje. Als de bloem klaar is met bloeien, gaat het doosje groeien en breekt het op een bepaald moment open in een drietand vorm (zie foto's). Je ziet de zaadjes dan zitten in het doosje. Het deed mij direct denken aan een juwelenkistje. De zaadjes worden 'gekatapulteerd', vallen op de grond, waar een jaar later op die plek nieuwe viooltjes groeien.
Je kunt de zaadjes ook zelf oogsten, door het afknippen van het opengebarsten zaaddoosje. Boven een bakje maak je dan de zaadjes los uit het zaaddoosje. Heel eenvoudig en een leuk werkje. Daarna kun je de zaadjes direct uitstrooien. Dit kan tot en met juni / uiterlijk eind juli. Je kan de zaadjes ook droog bewaren en binnen voorzaaien in het eerstvolgende nieuwe jaar. Dit kan aan het begin van het jaar, dus februari maart. Wanneer de plantjes een aantal bladeren hebben, kun je ze buiten verpotten. Dit is dan in april of mei, bij voorkeur na ijsheiligen.
Welke rol heeft de mier?
Van een aantal wilde Viooltjes beschikken de zaden over mierenbroodjes! De mieren zijn er dol op. Citaat Wiki:
"Een mierenbroodje (elaiosoom) is een aanhangsel aan zaden of vruchten van sommige plantensoorten, dat als voedsel kan dienen voor mieren. Het woord elaiosoom is afgeleid van het Griekse "elaion", dat olie betekent. Het is een uitgroeisel van de ring om de navelstreng (funiculus) of de zaadsteel. Hierdoor verspreiden de mieren de zaden verder van de plant af. Deze wijze van verspreiden heet Myrmecochorie (Oudgrieks μύρμηξ (murmex) = mier; χωρεῖν (chōrein) = zich verspreiden). In België en Nederland komen ongeveer 200 plantensoorten voor die een mierenbroodje hebben.
Er zijn ongeveer vijftien mierensoorten, die mierenbroodjes als voedsel gebruiken. De mieren nemen het zaad mee naar hun nest. Tijdens deze tocht kan het mierenbroodje al van het zaad afbreken of anders wordt in het nest het voedsel van het zaad afgebeten en het zaad weer naar buiten gebracht. Het oliehoudende en koolhydraat rijke mierenbroodje wordt door mierenlarven gegeten." De mier zorgt met zijn transport van de broodjes voor verspreiding van de viooltjes. Hoe ingenieus!
Actualiteit in eigen tuin in beeld
Het wilde Viooltje groeit en bloeit! Last but not least de eervolle vermelding dat eergisteren de geoogste zaadjes uit eigen tuin zijn uitgestrooid op plekken in de vrije natuur. Vandaag boden zich in de tuin alweer opengebroken zaaddoosjes aan! De zaadjes die ik nu nog oogst zal ik bewaren voor het voorzaaien in 2025.
v |
Zinkviooltje binnen voorgezaaid, nu in bloei in de tuin |
Zaaddoosje opengebarsten, vol met zaadjes Bleeksporig Viooltje |
Zaaddoosje opengebarsten, vol met zaadjes Hondsviooltje |
Zaaddoosje dat op losbarsten staat |
Zaaddoosje van het Akkerviooltje in het veld (natuur) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten