Vandaag reed ik over mijn geboortegrond. Terug in de tijd. Terugblik op een belangrijk deel van mijn leven tot nu toe. Ik kijk er tegelijkertijd met afstand naar. Op momenten lijkt het alsof ik kijk naar beelden die het bezit zijn van een ander. Alsof iemand je vakantiefoto's toont en je in zijn enthousiasme deelgenoot weet te maken van zijn of haar reis.
De beelden worden diep gekend, maar lijken soms ook op te doemen uit iets ver weg. Iets in je weet, ooit was het daar. Intiem en vreemd hand in hand.
De verrezen stad spiegelt een innerlijk leven met verschillende lagen en sferen. Bepaalde stadsdelen vibreren met mijn wezen en weer andere delen vinden geen weerklank (meer).
Als ik uitgedaagd zou worden weer deelgenoot te worden, dan zou ik alleen já zeggen op die uitnodigingen waar oeroude bomen meewerken aan een thuis horen.
Vandaag stond ik langer stil op een plein waar ik graag terugkeer. Er woont een boom die gezichtsbepalend is. Bij mijn weten een Rode eik. Een invasieve exoot waarvan de deskundigen zeggen dat deze op zanderige gronden de inheemse soorten verdrukt. Van ver gekomen en niet helemaal met open armen ontvangen. Maar hij staat er, onwrikbaar.
Nergens blijkt vanuit mijn gezichtspunt zijn dominantie op het plein waar de boom door zijn vurige verschijning al jarenlang Pater Familias is.
Zijn bladerdek vormt een magnifiek uitspansel, een rode koepel, voor al het leven dat eronder en langszij plaatsvindt. Ondergronds maakt hij in mijn verbeelding harmonieuze verbindingen met andere bomen die hem omringen. Samen zorgen ze voor een onderkomen. Een thuis en levendige, inclusieve doorgang. Leuk plein, leuke plek om te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten